HET BEELD van de twee trigrammen: boven Wind, onder Aarde. Een zachte bries die over de aarde waait. Ze raakt alles op de aarde aan, maar laat de dingen zoals ze zijn. Wind over Aarde: het beeld van Observeren. De dingen waarnemen zoals ze zijn en niet zoals je zou willen dat ze zijn.
HET BEELD van het hele hexagram: een open poort. Een poort die zicht biedt op de werkelijkheid en waardoor je kunt waarnemen. Een poort, een venster, een raam, een sleutelgat, een kier, een scheur in de muur, een geopend oog, een kijker, een deurbel camera, een microscoop, een periscoop. Een opening: het beeld van Observeren.
De treinpassagier ziet door het raam het landschap aan zich voorbij schieten. Koeien in het weiland, een kerktoren, een windmolen verschijnen plotseling, zonder aankondiging, en verdwijnen ook weer in een flits. De machinist voorin de locomotief ziet diezelfde landschapselementen al van verre en hij houdt hun naderbij komen steeds in het zicht. Al lopend of fietsend zou de passagier zich precies eender tot zijn omgeving verhouden, zijn gezicht op de wereld niet beperkt tot alleen het zijwaartse raam. De toekomst - dat wat naar hem toekomt - ligt recht voor hem en nadert hem frontaal. Het besef van tijd en van beweging en de perceptie van de omgeving gaan hand in hand.
… want ik leefde als de Puri indianen, van wie gezegd wordt dat ‘zij slechts één woord hebben voor gisteren, vandaag en morgen, en dat zij het onderscheid uitdrukken door naar achteren te wijzen als ze gisteren bedoelen, naar voren voor morgen en boven hun hoofd voor de dag die verstrijkt’.
Walden - Henry David Thoreau
De machinist van de trein ziet hoe de toekomst met 290 kilometer per uur recht op hem af dendert. What he sees, it’s what he gets.
Stel je voor dat je naar het einde van de laatste wagon van de rijdende trein loopt en door het raampje van de gesloten sluisdeur kijkt. Je ziet het tegenovergestelde van wat de machinist waarneemt: Het landschap en de rails verglijden in razende vaart naar het verleden.
Voor het zien van het verdwijnen van rails en landschap moet je achterstevoren staan. Bij het lopen en het fietsen zijn het de ogen die in verbinding staan met wat komen gaat en is het de rug waar achter het verleden verglijdt. Had je een extra paar ogen in je achterhoofd dan kon je de twee tijdsbewegingen tegelijk kunnen waarnemen. Dan zou je de beweging van de twee bovenstaande video’s simultaan kunnen ervaren.
Wenden we ons voor raad tot Janus, god met twee gezichten, hoeder van de tijd, kijkend naar toekomst en verleden. Janus overzag poorten, doorgangen en transities, getuige het Latijnse woord voor deur, ianua. De eerste dag van de naar Janus genoemde maand markeert de overgang van het oude naar het nieuwe jaar. Maar natuurlijk had in plaats van 1 januari hier ieder andere dag voor gekozen kunnen worden. Sterker nog, ieder willekeurig moment vormt de transitie tussen ‘toen’ en ‘dan’, tussen verleden en toekomst. Ieder moment is steeds weer ‘nu’, een poort, een overgang. Een fenomeen dat de door Thoreau beschreven Puri indianen aanduidden door recht boven hun hoofd te wijzen.
Het mysterie van de tijd is in iedere cultuur een onderwerp van beschouwing geweest. De collectieve aanname van een tijd in de gedaante van Chronos - zich lineair bewegend van verleden naar toekomst en netjes verdeeld in jaren, uren en seconden - is uiterst praktisch en bruikbaar in een op efficiëntie en productie gerichte samenleving. Maar de staccato tikkende klok beschrijft op geen enkele manier de oneindige variatie in hoe een mens de tijd werkelijk beleefd.
Juist het vanzelfsprekendste verdient nadere beschouwing. Een kind vraagt dat wat de grote mensen voor lief nemen en als triviaal beschouwen. Ik vroeg als kind: Hoe weet ik of mijn rood hetzelfde is als jouw rood? Misschien zie jij het wel als blauw. De vraag bleef natuurlijk onbeantwoord - en kon daardoor rijpen en verdiepen tot: Is mijn rood wel werkelijk rood?
When light hits a red car on the streetcorner, only the red rays are reflected into our eyes, and we say ‘red.’ The other rays are absorbed by the car’s paint job. When light hits a blue mailbox, the blue is reflected, and we say 'blue’. The color we see is always the one being reflected, the one that doesn’t stay put and get absorbed. We see the rejected color, and say ‘an apple is red’. But in truth an apple is everything but red.
Diane Ackerman - A Natural History of the Senses
Wat zijn de belangrijkste voorwaarden en vereisten voor observatie en beschouwing? Vooral moed om de dingen te benaderen om ze van heel dichtbij te bezien, zonder oordeel en vooropgezet plan. En het risico te nemen om stil te blijven staan en de dingen, de mensen en de gevoelens naar jou toe te laten komen. De essentiële voorwaarde van observeren ligt besloten in het voorgaande hoofdstuk 19. Toenaderen of Aankomen.
In de scherpe blik, de vorsende blik, vooruitziende en nieuwsgierige blik, de onderzoekende en doordringende blik zit allemaal een vervolg besloten. Een verwachting dat het begrijpen in de toekomst zal liggen. Ze getuigen alle van een actieve modus, een ‘op zoek zijn naar’. De zoeker zelf is volop in beweging en vergeet soms voor een tijdje halt te houden. Heldere observatie en rusteloos zoeken gaan nu eenmaal niet goed samen.
Het opgeven van het teveel aan ambitie maakt de ogen zacht. Soms is daar grote teleurstelling voor nodig, of uitputting of verlies. Misschien is het alleen maar het ouder worden, dat eindelijk de moed geeft om op de drempel van zijn huis te gaan zitten. En dan de dingen te zien die er altijd al waren, maar die over het hoofd werden gezien - want de waarheid kan toch niet zo triviaal zijn, schoonheid toch niet zo alledaags.
De zachte weemoedige blik van de verloren zoon zoekt niet verder. Na een turbulent leven, na alles gedaan te hebben wat God verbood, is hij teruggekeerd naar huis. Hij realiseert zich wat hij door alle innerlijke onrust in het leven gemist heeft, maar hij heeft daar eindelijk vrede mee. Zijn ogen kunnen nu de dingen zien zoals ze in werkelijk zijn en niet hoe hij ze voor een leven lang wilde dat ze waren.
Al duizend maal zag je het, maar wanneer je weer met de ogen van een kind kan kijken, is het fris en sensationeel nieuw,. Of, je ziet iets echt voor een eerste keer en de omstanders, zelf afgestompt door de macht der gewoonte, realiseren zich plotseling hoe bijzonder het alledaagse eigenlijk is. Dit is shoshin, de beginners geest, het vol verwondering schouwen van een kind.
Een poort, een raam, een opening, een barst - ze bieden alle uitzicht en zijn alom aanwezig. Op je gemak ervoor gaan zitten, dat maakt het echte verschil. Ver hoef je niet te gaan - het uitzicht bij de buren is niet speciaal beter.
Without going outside,
you may know the whole world.
Without looking through the window,
you may see the ways of heaven.
The farther you go,
the less you know.
Tao Teh Ching 47
The birds are in their trees,
the toast is in the toaster,
and the poets are at their windows.
…
Which window it hardly seems to matter
though many have a favorite,
for there is always something to see-
a bird grasping a thin branch,
the headlight of a taxi rounding a corner,
those two boys in wool caps angling across the street.
…
Just think –
before the invention of the window,
the poets would have had to put on a jacket
and a winter hat to go outside
or remain indoors with only a wall to stare at.Billy Collins
Mijn overgrootvader, die ik als kleine jongen nog gekend heb, zat dagelijks en tot op hoge leeftijd op zijn hurken op de drempel van zijn voordeur. Hij keek naar het al het dorpse straatgebeuren en speciaal naar ons, de spelende kinderen. Deze dierbare herinnering maakt de drempel van de voordeur nog steeds een prachtplek om te gaan zitten en dan alleen maar te kijken. Zitten in de deuropening waar binnen- en de buitenwereld elkaar ontmoeten.