HET BEELD van de twee trigrammen: boven de Aarde, beneden een Meer. Een verdieping in het aardoppervlak. Water heeft zich hierin verzameld, het zoekt immers altijd de laagste plek. Het water voegt zich exact naar de ontvangende vorm van de aarde. Zoals wijn naar de fles, thee naar het glas. Is er een perfectere toenadering mogelijk?
Binnen de familie van acht trigrammen representeert de Aarde de moeder, en het Meer de jongste dochter. Een meer in de schoot van Moeder Aarde. Het beeld van omarming en nabijheid.
En het beeld van hele hexagram? Twee actieve lijnen dringen zich van onder af naar boven. Dat schets een continuering van de situatie van 24. Terugkeer, waar één enkele lijn, voorzichtig en nog aarzelend, omhoog kruipt. Hoofdstuk 24. Terugkeer markeert de donkerste fase, een tijd zonder hoop, beroerder kon het niet. Echter, in de diepte, in het verborgene, keren de kansen. Lees ook:
De terugkeer van de eerste lijn betekende niets minder dan een revolutie. Aan de buitenzijde is nog niet veel te zien. Het was wachten op een bestendiging, het neemt alleen een beetje tijd. Na de pionier komen de trendvolgers. Na de langverwachte ommekeer volgt het doorzetten, de toenadering, het aankomen.
Het vliegtuig is zojuist geland en meteen is daar klikt de onvermijdelijke welkomstboodschap. Veilig geland, houd de riemen nog vast, heb geduld en blijf nog even zitten, en: we have arrived at Schiphol Airport. Hoe bevrijdend zou het zijn, als de steward op stewardess het zou houden bij: you have arrived. Punt. Je bent aangekomen, je bent er, eindelijk op je bestemming, je hoeft niet verder. Je kunt nog wel weer op reis na deze landing, maar het hoeft niet. De eenvoudige woorden van de purser zou de FOMO-vloek zo kunnen verbreken. Opdat reizen weer een mogelijkheid wordt, niet meer een reflex.
Rest nog het neutraliseren van de FOBO (Fear Of Better Options), de ROMO (Rage Of Missing Out), de YOLO (You Only Live Once), de FONKÂ (Fear Of Not Knowing) en de FOLO (Fear Of Looking Old, en het wordt heel rustig op Schiphol.
In de berm van de entree van het kleine dorp van wijlen zen-meester Thich Nhat Hanh stond indertijd een bord met het opschrift 'Village des Pruniers'. En daaronder 'tu es arrivé'. Op het eerste gezicht een attente geste aan al diegenen, die de korte of langere reis naar het dorp in het zuidwesten van Frankrijk hadden ondernomen, te verwelkomen. Het duurde enige tijd voor de diepere laag onder de eenvoudige tekst zich onthulde. In de dagelijkse omgang in de kleine gemeenschap werden de bezoeker en de vaste bewoner eraan steeds aan herinnerd, dat er geen enkele reden was zich te haasten of uit te sloven. Of zich anders voor te doen, iets te bereiken, anders dan in het hier-en-nu te vertoeven. Tu es arrivé.
Zonder de onverwachte wens van de purser, zonder de onbetaalbare herinnering op het welkomstbord van het kleine dorp is de kans groot dat het leven in een voortdurende voorbereidingsfase blijft steken. Wanneer begint het leven dan eindelijk? Na het eindexamen? Na het vinden van de ideale partner? Na nog een paar vinkjes op de bucketlist? Misschien al morgen? Nu nog even voorbereiding.
Ik leidde een bestaan als reizend artiest, handelaar in verhalen en chi kung choreografie. Doordeweeks Amsterdam en één of twee keer per maand voor een lang weekend de boer op. Met het vliegtuig naar een van de andere hoofdsteden van het oude continent: Wenen, Londen, Lissabon. Ik kende de beste bakkers en ontbijtgelegenheden van Basel en Zürich, München en Hamburg, Pisa en Helsinki. Ergens arriveren neemt nu eenmaal tijd en als je niet oppast dan vervloeit het aankomen met het vertrekken en verwordt het reizend bestaan tot een brei. Tot zover Europa, tussendoor trok Azië als een magneet. Marco Polo beperkte zich in zijn leven in alle bescheidenheid tot één enkele reis, nu wip je voor een paar dagen heen en weer om de beste noedels en kimchi in Seoul uit te testen of een paar selfies op de Muur te nemen.
Op een lome middag in de hangmat maakte ik een papieren lijstje van alle films die ik ooit zag. En op een winteravond bij de kachel iets soortgelijks, over alle boeken die ik ooit opensloeg en uitlas. De enige zin die het opleverde was het besef, het was veel.
Teruggekeken naar de jaren van het vele verplaatsen turfde ik 259 reizen buiten de Nederlandse grenzen.
Tot een kleine tien jaar geleden, na een diagnose van een chronische neurologische aandoening, de ommekeer zich inzette. Allereerst schoorvoetend, aarzelend en met tegenzin, zei ik Schiphol vaarwel. De actieradius van mijn bewegingen kromp radicaal. Wat ik te leren had, was aan te komen zonder te reizen. Mij te bewegen zonder te vertrekken.
De schaal van de kaart waarop ik genavigeerd had, net zoals veel van mijn generatiegenoten, was 1:100.000.000. Ontbijt in Wenen, een meeting in Hamburg, lessen in Shanghai, voor je het weet voel je je op-en-top een Europeaan of een wereldburger. De schaal was indrukwekkend, de hele wereld was afgebeeld, maar ik moet bekennen, op zo'n kaart is de beleving dun en vaag.
Dit lijkt me een van die wonderbaarlijke contradicties die het Boek van Verandering uit de doeken probeert te doen. De schaalgrootte van de kaart en de intensiteit van beleving zijn omgekeerd evenredig. Schreef Lao Zi al niet: 'The further you go, the less you know'? Ik ruilde de wereldkaart derhalve in voor een 1.25.000 kaart en de verre reizen transformeerden tot micro-avonturen.
Lees ook:
Ons huis en de directe omgeving, het groene Sallandse land, leek me verre van spectaculair. Het echte avontuur, de wilde natuur was er niet te vinden. Sindsdien heb ik vliegtuig, trein en auto ingewisseld voor de fiets en voor lopen. Ik ben maar meegegaan met de traagheid die mijn gezondheid me gebood. Acht windrichtingen bleken er duizend te zijn. Aanvankelijk waren er alleen wegen en straten op de kaart ingetekend, de kronkelende lijn van de rivier, en spoorweg, huizen en dorpen en een enkele stad. Door in de buurt te blijven, langzaam te gaan, iedere dag beter te kijken en 'verbaasd te zijn over werkelijk alles' heeft de landkaart zich dag na dag gevuld. Verhalen, geschiedenis, geologie, planten en dieren, bewoners en voorbijgangers, ja wat al niet, hebben er een plaatsgevonden.

Laat ik Alastair Humphreys, een micro-avonturen specialist, aan het woord laten. Jaren van reizen, avontuur en ontdekkingstochten hadden hem op de onwaarschijnlijkste plaatsen op de aarde gebracht, van de tropen tot de polen, van de zeeën tot de hooggebergten. Maar dan komt hij tot het inzicht dat het voortdurende reizen en de teloorgang van de natuur, het veranderen van het klimaat, met elkaar op gespannen voet staan.
If I love wild places so much, I’ve begun to wonder, am I willing to _not_ visit them in order to help protect them?
De komst van kinderen geeft het laatste zetje: waar vind ik het avontuur om de hoek?
I felt a need to reconcile my enthusiasm for exploration with my decidedly unadventurous local environments. One morning I set down a heavy laundry basket on top of piles of homework scattered over the kitchen table, carried a pair of abandoned cereal bowls to the dishwasher, and wondered: What if this bog-standard corner of England was actually full of surprises if only I bothered to go out and look? Maybe the things I’ve chased from India to Iceland — adventure, nature, wildness, surprises, silence, perspective — were here too?
Wat volgt is een ontmoeting van de omgeving van de Vinex-wijk, het rommelige niemandsland tussen de stad en het platteland. Uitvalswegen, ledverlichting, bedrijfsblokkendozen, hoogspanningskabels, gelardeerd met onduidelijke overgebleven groen. Geen vlees en geen vis, onbenoemd, onbemind.
As Robert Macfarlane wrote in Landmarks, 'Language deficit leads to attention deficit. As we further deplete our ability to name, describe and figure particular aspects of our places, our competence for understanding and imagining possible relationships with non-human nature is correspondingly depleted.'
Each week, I decided, I would explore one of those squares in detail (de vierkanten van het coördinatenstelssel van de stafkaart die hij van het gebied kocht), doing my best to see everything there, to walk or cycle every footpath and street, and to learn as much as I could along the way. I wanted it to be serendipitous, not governed by my preferences. I hoped to see things I would not ordinarily come across. I decided to treat everything as interesting. The late Terry Pratchett once gave a lecture on 'the importance of being amazed about absolutely everything,' which felt like a fitting mission statement.
A single small map is enough for a lifetime - Alastair Humphreys

Ik zie, ik voorzie, een kaart nog fijner dan de plattegrond, dan de schatkaart. Lewis Carroll beschreef hem al in Sylvie and Bruno: de 1:1 kaart. Jorge Luis Borges pakte het idee op in On Exactitude in Science en Umberto Eco in How to Travel with a Salmon.
‘Wat een handig ding zo’n zakkaart!’ merkte ik op. ‘Dat is nog iets wat we van jullie Natie hebben geleerd,' zei Mein Herr, 'kaarten maken. Maar wij hebben het veel verder doorontwikkeld dan jullie. Wat is volgens jullie de grootste schaal die echt bruikbaar is?' ‘Ongeveer tien centimeter op één kilometer.’ 'Maar tien centimeter! riep Mein Herr uit. ‘We kwamen al snel op één meter op één kilometer. Toen probeerden we honderd meter per kilometer. En toen kwam het grootste idee van allemaal! We maakten echt een kaart van het land, op de schaal van één kilometer op één kilometer!' ‘Hebben jullie die schaal veel toegepast?’ informeerde ik. ‘Een kaart op die schaal is nog nooit uitgespreid,' zei Mein Herr: 'De boeren maakten bezwaar: ze zeiden dat hij het hele land zou bedekken en het zonlicht zou buitensluiten! Dus gebruiken we nu het land zelf, als zijn eigen kaart, en ik verzeker je dat het bijna net zo goed werkt.‘
Sylvie and Bruno - Lewis Carroll
Een kaart waar net zoveel ingetekend staat als er op het oppervlak van de aarde maar te vinden is. Maar wat te doen met de diepte en de hoogte, met het leven wat zich in de bodem aan het zicht onttrekken en met al het leven boven, in de atmosfeer. Ik sluit mijn ogen en zie een 3D kaart, net zo vol en rijk als de aarde zelf. Michael Ende schreef over dit fantastische fenomeen in Momo.
Overigens vertelde Gigi sinds Momo er was nooit meer twee keer hetzelfde verhaal. Dat zou hij veel te vervelend gevonden hebben. Als Momo onder de toehoorders was, leek het wel of er vanbinnen een sluis openging en steeds nieuwe vondsten tevoorschijn stroomden en bruisten, zonder dat hij zelfs maar hoefde na te denken.
Integendeel, hij moest zelfs vaak proberen zich in te houden om niet nog eens te ver te gaan, net als die ene keer toen twee deftige oudere dames uit Amerika zijn diensten hadden aanvaard. Die had hij namelijk de stuipen op het lijf gejaagd toen hij hen het volgende vertelde: 'Vanzelfsprekend is het zelfs bij u in het schone, vrije Amerika bekend, hooggeachte dames, dat de buitengewoon wrede tiran Marxentius Communus, bijgenaamd de Rode, het plan had opgevat de hele toenmalige wereld volgens zijn denkbeelden te veranderen. Maar wat hij ook deed, het bleek dat de mensen ondanks alles vrijwel hetzelfde bleven en zich gewoon niet lieten veranderen. Toen viel Marxentius Communus op zijn oude dag ten prooi aan de waanzin. Destijds bestonden er, zoals de dames natuurlijk weten, nog geen psychiaters die zulke ziekten genezen konden. Dus moest men de tiran wel net zo hard laten uitrazen als hij wilde. In zijn waanzin kwam Marxentius Communus nu op het idee de bestaande wereld voortaan aan zijn lot over te laten en liever een volkomen splinternieuwe wereld te bouwen.
Daarom gaf hij bevel een wereldbol te vervaardigen die precies even groot als de oude aarde moest zijn en waarop alles, ieder huis en elke boom en alle bergen, zeeën en wateren heel natuurgetrouw nagebootst moesten worden. De gehele toenmalige mensheid werd onder bedreiging met de doodstraf gedwongen aan het enorme karwei mee te werken.
Eerst bouwde men een voetstuk waarop deze reusachtige bol moest staan. En de ruïne van dit voetstuk, zeer vereerde dames, ziet u hier voor u.
Daarna ging men ertoe over de wereldbol zelf te bouwen, een reusachtige kogel, net zo groot als de aarde. En toen deze kogel ten slotte klaar was, werd daarop zorgvuldig alles wat zich op de aarde bevond, nagemaakt.
Natuurlijk had men erg veel materiaal voor deze bol nodig en dit materiaal kon men nergens anders vandaan halen dan van de aarde zelf. Zo werd de aarde langzamerhand steeds kleiner, terwijl de bol steeds meer groeide. En toen de nieuwe wereld ten slotte klaar was, had men daarvoor juist het laatste steentje dat er van de oude aarde nog over was moeten wegnemen. En natuurlijk waren ook alle mensen naar de nieuwe bol verhuisd, want de oude was opgebruikt. Toen Marxentius Communus moest toegeven dat ondanks alle inspanning alles eigenlijk toch bij het oude gebleven was, hulde hij het hoofd in zijn toga en ging heen. Waarheen, dat is men nooit te weten gekomen.
Ziet u dames, deze trechtervormige holte, die vandaag de dag hier in de ruine nog te zien is, was vroeger het fundament dat op het oppervlak van de oude aarde rustte. U moet zich het geheel dus omgekeerd voorstellen.'
De beide voorname oudere dames uit Amerika trokken wit weg en de een vroeg: 'En waar is de bol gebleven?'
'Maar daar staat u toch op!' antwoordde Gigi. 'De tegenwoordige wereld, mijne dames, is toch de nieuwe bol!'
Toen gaven de twee voorname oudere dames een gil van schrik en namen de benen. Gigi hield hen tevergeefs zijn pet voor.
Momo - Michael Ende
Wordt vervolgd:
Mooi verhaal!
En een kleine aanvulling waarvan ik blij ben dat een vriendin me dit aanreikte: JOMO: Joy of Missing Out ...😉.