Je loopt op straat en achter je rug hoor je haastige voetstappen. Je kijkt om en schrikt je een hoedje. Daar komt iemand op je afgerend, iemand die je liever uit de weg gaat. Je zet hem op het lopen. Harder en harder gaat het. En dan spreidt je armen, maakt wat subtiele draaibewegingen met je onderarmen en handen. Daar ga je, je komt los van de grond, je voelt hoe de lucht je draagt, zoals voorheen de aarde je lichaam altijd ondersteunde. Je kijkt nog een keer over je schouder, nu schuin naar beneden, en ziet je achtervolger verbijsterd, met open mond, naar je staren. Wat een geweldige sensatie! En hoe simpel. Je had je vliegen altijd als veel complexer voorgesteld. Nu is het zaak goed op te letten, alles in detail in je op te nemen, zodat je het vlieg-geheim later met je vrienden kunt delen. Alleen niet met die sukkel met wie je gister ruzie hebt gehad. En zo gauw je aan die persoon denkt, openen je ogen. Je ontwaakt je uit de droom. Je doet nog verwoede pogingen om terug te keren, naar het fantastische vliegen, naar het vervolg van het avontuur. Hoe meer je dat probeert, hoe meer die weg, terug naar de droom, zich sluit.
Of het meisje waar je heimelijk op verliefd was, onbereikbaar, ze leek geen enkele interesse voor je te hebben. Maar nu is alles anders. Na een wirwar aan gebeurtenissen, draait ze zich om, buigt zich naar je toe. Om je een zoen te geven. Het zal toch niet? Net voordat dat gebeurt, dat waar je zo op had gehoopt, maar nooit had durven dromen, roept een stem: ‘Wakker worden! Je komt nog te laat op school!’. Het verhaal vervaagt en vervliegt.
Water en Vuur, Donker en Licht. Hoofdstuk 29 en 30 beschrijven respectievelijk de werelden van het onderbewuste en het bewuste. Maar niet als twee domeinen die elkaar uitsluiten en door een hermetische barrière van elkaar gescheiden zijn. Het trigram van Water bestaat voornamelijk uit vormloze, transparante, lijnen. In hun midden bevindt zich die ene lichte lijn, die van bewustzijn. Het trigram van Vuur heeft een overschot aan heldere lijnen, met in hun midden die ene gebroken lijn, die hen verbindt met de ongerijmdheid van herinnering, geur, instinct en dromen.
In iedere aflevering van het onovertroffen stripverhaal Little Nemo in Slumberland valt de kleine Nemo, ‘niemand’ in het Latijn, in een diepe slaap. Hij treedt binnen in het wonderbaarlijke Sluimerland, geregeerd door koning Morpheus. Nemo’s vurige wens is Morpheus’ dochter, de prinses van Slumberland to ontmoeten, zodat ze elkaars speelkameraadje kunnen worden. Ja, wie zou dit nu niet willen?
Iedere week werd een aflevering van dit avontuur in de krant afgedrukt, aanvankelijk in de New York Herald. En iedere aflevering eindigt ermee dat Nemo wakker wordt uit zijn droom. Door uit bed te vallen, of van buikpijn, door teveel kaastaart bij het diner te hebben gegeten. De belangrijkste stoorzender in zijn avonturen in Slumberland en in het ontmoeten van de prinses is echter Flip.
Flip is een aimabele opschepper. Hij rookt steevast een grote sigaar en op zijn hoge hoed staat wake up! geschreven. Flip is het neefje van de Dawn Guard en hoewel Nemo en Flip het goed met elkaar kunnen vinden is het onvermijdelijk dat hij keer op keer Nemo’s droom verstoort.
To flip a coin. To flip a pancake. Flip a switch. Flip your opinion. The situation flipped overnight. Flipping out. Flip is verandering, bruuske verandering. De onverwachte plot change die alles een andere richting geeft. Flip is die irritante wekker die dat fantastische droomverhaal bederft. Maar Flip is ook de helderheid, die de beelden en de diepe inzichten van het dromenrijk overbrengt naar de prozaïsche werkelijkheid van overdag.
Little Nemo in Slumberland was een creatie van de Amerikaanse tekenaar en animator Winsor McCay. Hoewel het een van de eerste stripverhalen was, geldt het nog steeds als een van de allerbeste ooit. De in het verhaal voorkomende karakters, de verhaallijnen, het perspectief, en de onbegrensde fantasie in zijn tekeningen, maken dat Little Nemo in Slumberland ook nu nog een onuitputtelijke bron van inspiratie is.
HET BEELD: twee maal het Water trigram. In de Taoïstische gedachtewereld neemt water een bijzondere plaats in. Niets is zo zacht en meegaand als water, schreef Lao Zi, toch overwint het alles wat sterk en solide is. Het zoekt altijd de laagste plaatsen op, plekken die door anderen veracht en gemeden worden. Zonder vooropgezet plan verenigt het zich met zichzelf. Druppels, een plasje, een rivier, een meer, de zee.
De middelste lijn van het trigram getuigt van de onvermoede kracht van water. Deze wordt ingesloten en verborgen door de twee gebroken buitenste lijnen, die zijn meegaandheid en uiterlijke zachtheid verbeelden. In het hart van de dingen ligt het tegengestelde besloten.
Wordt vervolgd …










