Dit is een vervolg op:
HET BEELD van twee trigrammen: Vuur beneden, Hout boven. Een stapeltje brandhout, een kampvuur, een brandende kachel. Het leren hoe vuur te gebruiken zou cruciaal blijken te zijn voor onze verre voorouders. Wilde dieren bleven ‘s nachts op veilige afstand, voedsel werd veel makkelijker verteerbaar, lichamen konden zich warmen, en rond een vuurtje was het goed verhalen vertellen. Verhalen verbinden. Het warme fornuis als middelpunt van het huishouden. Wat is beter dan elkaar te ontmoeten rond de warme haard? Hout boven Vuur: het beeld van het vertrouwde, van een hechte groep mensen, een clan, een familie. Keer het hexagram om dan verschijnt haar tegendeel en complement: hoofdstuk 38. Vervreemding.
LONDON, tussen 1996 en 2015
De lessen van Luo Zhen in Hangzhou zijn in goede aarde gevallen en ik heb dichter bij huis een uitstekende leraar gevonden. In London wel te verstaan en over een periode van bijna twintig jaar reis ik daar met grote frequentie met trein of vliegtuig naar toe. Ik overnacht meestal in het comfortabele huis van vrienden, niet al te ver van Saville Row, de straat waar Phillias Fogg woonde. Misschien allemaal te romantisch opgevat, maar ik had in de loop van de jaren onbewust veel van de plaatsen die onderdeel waren van zijn roemruchte reis bezocht: Shanghai en Hong Kong, San Francisco en New York, Bombay en nu dan Londen.
De onderdompeling in het traditionele onderwijs in chi kung - pragmatisch en fysiek, weinig ruimte voor het stellen van vragen, het leren vertrouwen in de onvoorspelbaarheid van dit soort kennisoverdracht - zijn vervreemdend voor een jongen uit Den Haag. De martiale kunst waar deze chi kung het fundament van is, was tot voor kort ingebed in een compleet andere omgangscultuur. In mijn jeugd had geen affiniteit gehad met krijgskunst en was in die tijd niet overdreven sportief geweest. Pas nu, terugkijkend op de jarenlange chi kung training, realiseer ik me dat het met heeft geleerd te denken met mijn lichaam.
Wanneer je iets beter wil begrijpen, onderwijs het dan. Of schrijf erover. Ik ga dus alsnog een boek schrijven - geen encyclopedie, wel een boek met veel plaatjes. Een boek waar de metafoor, de vervreemding en het vertrouwde samen kunnen komen. En waar de buitenwereld en het wereld binnen in het lichaam zich in elkaar spiegelen. In de persoon van Nick Pole, een gereserveerde, humorvolle Engelsman, vind ik het beste klankbord en redacteur die ik me kan wensen. Nick zou later een voortreffelijk boek over taal, metafoor en het lichaam schrijven. Onze matineuze schrijf-ontmoetingen vinden aanvankelijk plaats bij Maison Berteaux in Soho. Het rommelige decor van de befaamde patisserie, de vele kopjes earl grey, de geweldige tarte tartin en croissants, Nicks gevoel voor understatement en taal, en de herinnering aan het schrijfspel uit mijn jeugd zijn de hoofdingrediënten voor het boek in wording.
CHINA REIZEN, tussen 1999 en 2013
Ik keer nog vaak terug naar China, maar als reiziger blijf ik nog meer als voorheen een buitenstaander. Op een voorlopig laatste reis onderbreek ik de verplichtingen en besteed een paar dagen in de Taoïstische Bai Yun Guan, de Tempel van de Witte Wolk, in een buitenwijk van Beijing. In een tuin achterin het complex staat een stele, een staande steen, met een ingegraveerde tekening en tekst. Het is de Nei Jing Tu, de ‘Afbeelding van het Innerlijk Landschap’. Ik had al vaak reproducties van de afdruk van de stele gezien, maar nu, in de stille enclave van de kloostertuin, zie ik in de wonderlijke afbeelding de essentie van een hele cultuur. Eenvoudig in presentatie, lichtvoetig en bijna humorvol, diep en fundamenteel in betekenis. De spiegeling in elkaar van de buiten- en de binnenwereld.
REIZEN IN EUROPA, tussen 1994 en 2019
Vijfentwintig jaar reizen en lesgeven in Europa maken me een Europeaan. Aan den lijve ondervind ik de mentaliteit van Weners en van Portugezen en leef het dagelijks leven mee in Italië, Zwitserland en Finland. Ik adem de Engelse omgangsvormen en onderkoelde humor in Londen en in Hamburg en Keulen en andere Duitse steden waar ik op uitnodiging lesgeef, zijn er altijd diepe en geanimeerde gesprekken. De lessen die ik over een lange periode in Amsterdam geef, worden bezocht door een dwarsdoorsnede van de kosmopolitische stad. Zonder te hoeven reizen ontmoet ik ook daar de wereld, op wel een heel andere wijze als lang geleden via Jules Verne’s boek.
Een Europese familie, is dat wat je wilt zeggen? Ik hoor ik je denken, je kan me wat, linkse hobby! In een tijd dat de grenzen weer lijken te sluiten, het wantrouwen jegens buitenlanders wordt opgepookt, en we ons lijken terug te trekken op een kunstmatig geconstrueerde nationale identiteit, kun je toch niet meer aankomen met zo’n klef achterhaald denkbeeld. Toch is dat wel degelijk wat ik wil zeggen. Tijdens deze jaren heb ik èn de enorme cultuurverschillen èn de gedeelde Europese geschiedenis leren zien. En niet indirect via boeken, opiniestukken in de krant of geroeptoeter in de sociale media.
GROOTE MUSEUM, tussen 2018 en 2022
Mijn gezondheid laat het vele lesgeven en bijbehorende reizen niet meer toe. Ik heb over de jaren heen waarschijnlijk de impact daarvan op mijn gestel onderschat. Door een samenloop van omstandigheden raak ik betrokken bij de vernieuwende inrichting van een oud museum. Het oorspronkelijke Groote Museum, onderdeel van Artis in Amsterdam, was een exponent van de Verlichting, en toonde voor de nieuwsgierige bezoeker in haar vitrines de wonderbaarlijke natuur, vaak recentelijk ‘ontdekt’ en meegenomen uit de koloniën. De nieuwe invulling van het museum, dat voor een halve eeuw had leeggestaan, zou moeten gaan over de cultuur complexe vervlechting tussen natuur en cultuur. Zonder enige kennis van en ervaring in het museale vak, val ik in mijn nieuwe rol als curator terug op de verkregen inzichten uit de voorbije decennia. De metafoor en de associatie, de waarheid van onophoudelijke verandering, de spiegeling van de Nei Jing Tu, het principe van de belichaamde cognitie, de kracht van beelden over woorden, de beginners geest, en kopjes thee en taart als je dreigt te verdwalen.
BEPERKING, 2022
De museumklus is geklaard, de opening is achter de rug. Mijn gezondheid laat me steeds meer in de steek en na veel onderzoek krijg ik een diagnose van een chronische neurologische aandoening. Het wordt duidelijk dat ik niet meer naar het leven van een leraar terug kan. Reizen lukt niet meer, en herhaling van het museum avontuur zit er niet in. Met mijn gezin verlaat ik Amsterdam en we gaan op het Overijsselse platteland wonen. Ik begin verhalen te schrijven, geïnspireerd op het Boek van Verandering, het boek waar het allemaal mee begon voor me. In mijn huidige conditie gaat het schrijven langzaam, maar waarom zou het ook snel moeten? En veel woorden zijn niet nodig, als het beeld maar duidelijk is. Het nadeel blijkt nog meer voordeel te hebben. Ik kan niet meer uitstellen.
De structuur van het oude, in zwart linnen gebonden boek, met het rode Chinese karakter op haar voorzijde, is geniaal van opzet en tegelijk simpel. De beeldentaal waarin het spreekt, is universeel. Wat ik schets is het land waar ik nu woon, de weilanden en de bossen, de rivier, de ooievaars, de marter die onder ons dak woont, de huizen en dorpjes, de noodzakelijke veranderingen die eraan gaan komen en die weerstand oproepen, de historie, de archeologie van het gewone, het alledaagse waar we vaak zo makkelijk aan voorbij lopen.
Kort geleden zag ik Garrie van Pinxteren op de tv als zomergast. Ze vertelt over de jaren die achter haar liggen als correspondent in China. Over de vele vriendschappen, over vervreemding en dan de ontdekking dat onder de laag van cultuurverschil altijd het menselijke te voorschijn komt. Deze woorden resoneren in me. Alle Chinezen houden van hun kinderen, net zoals wij dat allemaal doen. Sommige van hen zijn dol op voetbal, net zoals sommigen van ons. En met een beetje moeite kom je er achter dat veel van hen een geweldig gevoel voor humor hebben, net zoals velen in mijn geboortestad Den Haag of in Londen, voor jaren mijn tweede huis. Heel verschillende soort humor daar in Den Haag, Shanghai en Londen, dat dan weer wel.
Het wordt moeilijker om een geloofwaardige Chinese spreker op te voeren, en dus ook om een genuanceerde Chinese mening te horen. Ik schrijf steeds meer geopolitieke analyses en steeds minder over de mensen van vlees en bloed die hier wonen. China wordt zo weer een zwart gat voor het Westen.
Dat is gevaarlijk. Het wordt makkelijker om ‘de’ Chinezen te gaan zien als een soort buitenaardse wezens. Omgekeerd geldt dat ook. Er lopen hier steeds minder buitenlanders rond, kleine kinderen wijzen ons weer na, net als in 1982. Veel Chinezen durven ook niet meer met ons te praten, bang om als landverrader gezien te worden. Tot mijn grote verdriet.
Garrie van Pinxteren in de NRC
Het maken van schetsen geïnspireerd op het Boek van Veranderingen zijn een logisch vervolg op de poging het vreemde te benaderen. En als dat niet lukt, het vreemde dan maar toestaan uit zichzelf dicht bij te komen. De bronstijd naar 2024, het exotische naar het alledaagse, het Verre Oosten naar het Sallandse platteland.
Je bent van harte welkom om hier een reactie of idee achter te laten naar aanleiding van dit verhaal!
Dank voor weer een mooi artikel, Peter! En ook voor de boekentip van Nick Pole. ;-)